Betekenis van:
jammeren

jammeren
Werkwoord
  • luidkeels klagen
"'het is allemaal mijn schuld', jammerde hij"
"jammeren over/om iets/iemand"

Synoniemen

Hyperoniemen

jammeren
Werkwoord
  • klagende, huilende geluiden maken
" Zij jammerde dat haar geld gestolen was."