Betekenis van:
jasje
jasje
Zelfstandig naamwoord
- verkleinwoord van jas, een kledingstuk dat over andere kledingstukken gedragen wordt en die de romp en armen bedekt
Voorbeeldzinnen
- Zoals de wind waait, waait zijn jasje.
- Ik vind het rode jasje niet leuk.
- Er zitten knopen op het jasje.