Betekenis van:
joystick
joystick (de ~ | meervoud joysticks)
Zelfstandig naamwoord
- besturingshendel voor computer
Hyperoniemen
joystick
Zelfstandig naamwoord
- mannelijk geslachtsdeel; penis; mannelijk deel; (vulgair) penis; (informeel) penis; (informeel) penis; (informeel) penis; penis; mannelijk geslachtsdeel; (informeel) penis; penis; penis
Synoniemen
- penis
- fluit
- geslachtsdeel
- leuter
- lul
- piel
- piemel
- pik
- pisser
- plasser
- potlood
- sannie
- tamp
- tampeloeres
- lid
- jongeheer
- zwengel
- snikkel
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Eventuele andere aangepaste stuurinrichting (joystick, enz.)
- Deze kunnen van het zgn. meester/slaaf-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord.
- Deze kunnen van het meester/slaaf-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord.
- Deze kunnen van het "meester/slaaf"-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord.
- een besturingsapparaat met beeldscherm voor de afstandsbediening van het vaartuig en van de camera, bijvoorbeeld door middel van een joystick, en de weergave van de beelden die door de camera worden opgenomen,