Betekenis van:
kaas
kaas (de ~ | meervoud kazen)
Zelfstandig naamwoord
- zuivelproduct
"geraspte kaas"
"kaas uit het vuistje"
Hyperoniemen
Hyponiemen
kaas
Zelfstandig naamwoord
- een voedingsproduct gemaakt van gestremde melk
"Veel Nederlanders eten vaak kaas.}} "
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Kaas wordt gemaakt van melk.
- Kaas is niet licht verteerbaar.
- Ik heb liever belegen kaas.
- Tom houdt niet van kaas.
- Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
- Deze kaas is gemaakt van geitenmelk.
- Op de markt kost zulke kaas maar vijf euro zoveel per kilo.
- Moeder heeft boterhammen met kaas voor ons klaargemaakt voor het middageten.
- Al wat je nodig hebt, is lekkere kaas en een pot zwarte kersenjam.
- kaas,
- Kaas
- Kaas
- Geraspte kaas
- Kaas [2]
- Kashkaval kaas