Betekenis van:
kamp
kamp (het ~ | meervoud kampen)
Zelfstandig naamwoord
- verblijfplaats in het open veld
"een kamp opzetten"
"de Japanse/Duitse/Servische kampen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
kamp (het ~ | meervoud kampen)
Zelfstandig naamwoord
- vakantie voor jongeren in groepsverband
"op kamp gaan"
Hyperoniemen
kamp
Zelfstandig naamwoord
- een plaats waar een aantal troepen geruime tijd of permanent gehuisvest zijn.
"De militairen gingen na hun ronde terug naar het kamp."
kamp
Zelfstandig naamwoord
- een kampeerplaats met een groep van bij elkaar horende tenten.
"We mochten niet van het kamp af."
kamp
Zelfstandig naamwoord
- een persoon of groep die een overeenkomst of strijd aangaat met een andere persoon of groep.
"Tot welk kamp behoor jij?"
kamp (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- vijandelijke ontmoeting
"een kamp voeren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- (Larzac-kamp)
- (Coetquidan-kamp)
- (Canjuers-kamp)
- (Le Ruchard-kamp)
- De reguliere begrotingsmiddelen zijn echter niet toereikend voor een tweede kamp.