Betekenis van:
kampioenschap
kampioenschap (het ~ | meervoud kampioenschappen)
Zelfstandig naamwoord
- wedstrijd waarin een kampioenstitel behaald kan worden
"een kampioenschap uitschrijven"
"het kampioenschap [tennis]"
Hyperoniemen
kampioenschap
Zelfstandig naamwoord
- wedstrijd waar bepaald wordt wie de kampioenstitel mag dragen
Voorbeeldzinnen
- Het Europees Kampioenschap voetbal
- De eindronde van het Europees kampioenschap voetbal
- De eindronde van het Europees kampioenschap voetbal
- Het door de Europese Atletiekassociatie (EAA) georganiseerde Europese kampioenschap atletiek.
- De eindronde van het Europees kampioenschap voetbal, mannen
- Het kampioenschap van België en het wereldkampioenschap op de weg voor eliterenners (mannen);
- Veldrijden: het kampioenschap van België en het wereldkampioenschap voor eliterenners (mannen);
- de halve finales en de finale van het Europees kampioenschap voetbal;
- het kampioenschap van België wielrennen op de weg voor beroepsrenners, mannen, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;
- Het kampioenschap van België wielrennen op de weg voor beroepsrenners, mannen
- de eindronde van het Europees kampioenschap voetbal, mannen, rechtstreekse integrale verslaggeving;
- de finales van het Europees kampioenschap basketbal, mannen en vrouwen, wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse team;
- de finales van het Europees kampioenschap handbal, mannen en vrouwen, wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse team;
- SBS verwierf tevens de rechten voor de Nederlandse eerste divisie en de kwalificatiewedstrijden van het Nederlands elftal voor het Europees kampioenschap in 2004.
- De openingswedstrijd, kwartfinales, halve finales en finale van het door de UEFA (Europese voetbalbond) georganiseerde Europees kampioenschap voetbal, en de wedstrijden van de Finse ploeg;