Betekenis van:
kandij
kandij (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- gekristalliseerde suiker, kandijklontjes
"een schepje kandij [in de thee]"
Synoniemen
Hyperoniemen
kandij
Zelfstandig naamwoord
- gekristalliseerde, meestal bruine suiker
"In Groningen gebruikt men vaak kandij in de koffie."