Betekenis van:
kaneel
kaneel (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
- zoete specerij
"een pijpje kaneel"
"een snuifje kaneel"
Hyperoniemen
kaneel
Zelfstandig naamwoord
- een specerij van de gedroogde binnenbast van de kaneelboom, gebruikt als smaakmaker in vele gerechten
"Ik houd erg van kaneel."
Voorbeeldzinnen
- Mix in een ander kommetje het zelfrijzend bakmeel met het zuiveringszout, de kaneel en de nootmuskaat.
- Kaneel
- Kaneel (Cassia)
- Kaneel (alleen Cinnamomum zeylanicum)
- Kaneel en kaneelknoppen
- kaneel (Cinnamomum zeylanicum Blume)
- Traditionele en/of seizoengebonden bakkerijproducten, met een vermelding van kaneel in de etikettering
- Bestaat hoofdzakelijk uit harsen, etherische oliën, en meestal kaneel- en benzoëzuur
- Fijne bakkerijproducten met uitzondering van traditionele en/of seizoengebonden bakkerijproducten met een vermelding van kaneel in de etikettering
- Het gebruik van zwaveldioxide en sulfieten (E 220, E 221, E 222, E 223, E 224, E 226, E 227 en E 228) alleen voor dit specifieke soort kaneel moet dan ook voortaan worden toegestaan.
- Väkevä glögi of spritglögg is een gedistilleerde drank die is verkregen door ethylalcohol uit landbouwproducten met aroma van kruidnagel en/of kaneel te aromatiseren door middel van een van de volgende procedés: aftrekking en/of distillatie, herdistillatie van alcohol over delen van bovengenoemde planten, toevoeging van aromastoffen als omschreven in artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1334/2008 van kruidnagels of kaneel of een combinatie van deze methoden.”;
- Aan knoflook en veel andere kruiden — zoals rozemarijn, salie of oregano — kon men in de buurt ook gemakkelijk komen, terwijl het gebruik van specerijen uit verre landen — zoals zwarte peper, kaneel of nootmuskaat — waarschijnlijk in zwang is geraakt door de nabijheid van de verkeersas Livorno/Pisa — Emilia/Lombardije.