Betekenis van:
kanten
kanten
Bijvoeglijk naamwoord
- van kant
"een kanten kraagje/blouse"
"een kanten kleedje/sluier"
kant (de ~ | meervoud kanten)
Zelfstandig naamwoord
- buitenste strook
"de kantjes eraf lopen"
"aan kant maken"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
kant (de ~ | meervoud kanten)
Zelfstandig naamwoord
- zijvlak
"zich van een [goede/slechte/..] kant laten zien"
"er zitten [goede/slechte/..] kanten aan"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Tom wil beide kanten van het verhaal horen.
- Niets is in alle opzichten/van alle kanten gelukzalig
- Schijnspinaloë of kanten aloë Aloe helenae (I)
- Graniet, behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- Steen, n.e.g., behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- Steen, n.e.g., behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- Marmer, travertijn, albast, behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- De cijfers van beide kanten werden desbetreffend gecorrigeerd.
- Risico's in verband met oppervlakken, scherpe kanten, hoeken
- Graniet, behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- Graniet, behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- Marmer, travertijn, albast, behakt/bezaagd, platte/effen kanten, anders bewerkt
- 2 de kroon ondervindt niet te verwaarlozen effecten (beschaduwing of fysieke interactie) van twee kanten
- Door de kanten van het slingergewicht veroorzaakte scheuren worden buiten beschouwing gelaten.
- Opstelling van de goedkeuringsmerken voor de twee kanten van een systeem (figuur 13)