Betekenis van:
karton

karton (het ~ | meervoud kartonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • verpakkingsdoos
"melk in karton(netjes)"
"een karton(netje) appelsap"

Hyperoniemen

karton (het ~ | meervoud kartonnen)
Zelfstandig naamwoord
  • aantal exemplaren in een karton
"een karton [negerzoenen]"

Hyperoniemen

karton (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • dik, uit enige lagen bestaand bordpapier
"van karton"
"gegolfd karton"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

karton
Zelfstandig naamwoord
  • dik, uit enige lagen bestaand bordpapier
"Karton kan niet goed tegen water."
karton
Zelfstandig naamwoord
  • bordpapieren verpakking
"Het karton werd met een cutter opengesneden."

Voorbeeldzinnen

  1. gecacheerd karton
  2. gelamineerd karton;
  3. Papier/karton
  4. Samengesteld papier en karton
  5. papier en karton
  6. oud papier en karton:
  7. papier, karton en vilt
  8. Krat, meerlaags, van karton
  9. Viltpapier en -karton
  10. Krat, meerlaags, van karton
  11. Ander niet-gestreken karton
  12. Krat, bulk, van karton
  13. Warmtegevoelig papier en karton
  14. Thermografisch papier en karton
  15. ander papier en karton