Betekenis van:
kastje
kastje
Zelfstandig naamwoord
- ontvangsttoestel voor tv-uitzendingen; televisie; toestel voor ontvangst van televisie; (informeel) televisietoestel
Synoniemen
- televisie
- buis
- kijkbuis
- kijkdoos
- kijkkast
- t.v.
- teevee
- teeveetoestel
- televisie-ontvanger
- televisieontvanger
- televisietoestel
- treurbuis
- tv
- beeldbuis
Hyperoniemen
kastje
Zelfstandig naamwoord
- meubelstuk dat dient als bewaarplaats
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Brandblussers en eerstehulptrommels mogen worden beveiligd tegen diefstal of vandalisme (bijv. in een gesloten kastje of achter breekbaar glas), op voorwaarde dat duidelijk is aangegeven waar ze zich bevinden en dat middelen worden verstrekt om ze er in noodgevallen gemakkelijk uit te halen.