Betekenis van:
katholiek
katholiek (de ~ | meervoud katholieken)
Zelfstandig naamwoord
- geloofsbelijder v.d. katholieke kerk; scheldnaam voor rooms-katholiek iemand
"een goed katholiek"
"een vroom katholiek"
Synoniemen
Hyperoniemen
katholiek
Bijvoeglijk naamwoord
- rooms
"de katholieke kerk"
"het katholieke geloof"
Hyperoniemen
katholiek
Bijvoeglijk naamwoord
- overeenkomstig de geloofsleer van de Katholieke Kerk
"Alle christenen die zich katholiek noemen, erkennen de apostolische geloofsbelijdenis en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel."
katholiek
Bijvoeglijk naamwoord
- te maken hebbend met de Katholieke Kerk
"Alle Belgische provinciehoofdsteden zijn tevens de zetel van een katholiek bisdom."