Betekenis van:
katrol

katrol (de ~ | meervoud katrollen)
Zelfstandig naamwoord
  • wieltje
"over/langs een katrol"
"[een touw] door een katrol halen"

Hyperoniemen

katrol
Zelfstandig naamwoord
  • een werktuigonderdeel dat het mogelijk maakt een last met een beperkte kracht op te hijsen, te laten zakken of te verplaatsen