Betekenis van:
katten

kat (de ~ | meervoud katten)
Zelfstandig naamwoord
  • viervoetig huisdier; klein huisdier
"voor de kat z'n viool"
"een cyperse/siamese kat"

Synoniemen

Hyperoniemen

kat (de ~ | meervoud katten)
Zelfstandig naamwoord
  • snibbige vrouw
"een valse kat"

Synoniemen

Hyperoniemen

kat (de ~ | meervoud katten)
Zelfstandig naamwoord
  • korte of botte opmerking; onvriendelijk woord; hatelijke opmerking
"een kat krijgen"
"[iemand] een kat geven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ken heeft twee katten.
  2. Ik heb dertien katten.
  3. Katten dragen geen halsband.
  4. Ik heb dertien katten.
  5. Katten vangen muizen.
  6. Ze houdt van katten.
  7. Klabaster en Gizmo zijn katten.
  8. Hou je van zwarte katten?
  9. Katten zijn niet graag nat.
  10. Hij heeft niet graag katten.
  11. Al jouw katten zijn grijs.
  12. Katten kunnen in het donker zien.
  13. Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.
  14. Ik heb liever katten dan honden.
  15. Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.