Betekenis van:
katten
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ken heeft twee katten.
- Ik heb dertien katten.
- Katten dragen geen halsband.
- Ik heb dertien katten.
- Katten vangen muizen.
- Ze houdt van katten.
- Klabaster en Gizmo zijn katten.
- Hou je van zwarte katten?
- Katten zijn niet graag nat.
- Hij heeft niet graag katten.
- Al jouw katten zijn grijs.
- Katten kunnen in het donker zien.
- Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.
- Ik heb liever katten dan honden.
- Gewoonlijk hebben katten een hekel aan honden.