Betekenis van:
kennis
kennis
Zelfstandig naamwoord
- wat je weet of hebt geleerd
"Hij heeft veel kennis van biologie."
kennis (de ~ | meervoud kennissen)
Zelfstandig naamwoord
- kennis; bekende
"een kennis bezoeken"
"familie, vrienden, buren en kennissen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Kennis is macht.
- Kennis is macht.
- Aangenaam kennis te maken.
- Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.
- Mijn kennis van Japans is eerder zwak.
- Wetenschap (kennis) is macht
- Gisteren heb ik kennis gemaakt met een van de beroemdste acteurs van de wereld.
- Kennis is het licht van de geest
- Kennis
- kennis;
- Nieuwe kennis
- Theoretische kennis
- verspreiding van kennis, met name operationele kennis;
- niet-geoctrooieerde technische kennis.
- Kennis voor energiebeleidsvorming