Betekenis van:
kennis

kennis
Zelfstandig naamwoord
  • wat je weet of hebt geleerd
"Hij heeft veel kennis van biologie."
kennis (de ~ | meervoud kennissen)
Zelfstandig naamwoord
  • kennis; bekende
"een kennis bezoeken"
"familie, vrienden, buren en kennissen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Kennis is macht.
  2. Kennis is macht.
  3. Aangenaam kennis te maken.
  4. Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.
  5. Mijn kennis van Japans is eerder zwak.
  6. Wetenschap (kennis) is macht
  7. Gisteren heb ik kennis gemaakt met een van de beroemdste acteurs van de wereld.
  8. Kennis is het licht van de geest
  9. Kennis
  10. kennis;
  11. Nieuwe kennis
  12. Theoretische kennis
  13. verspreiding van kennis, met name operationele kennis;
  14. niet-geoctrooieerde technische kennis.
  15. Kennis voor energiebeleidsvorming