Betekenis van:
kernenergie

kernenergie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • kracht die vrijkomt bij een kernreactie; energie door kernsplitsing
"kernenergie gebruiken"
"tegen kernenergie (zijn)"

Synoniemen

Hyperoniemen

kernenergie
Zelfstandig naamwoord
  • energie geproduceerd door kernfusie of kernsplijting, waarmee in een kerncentrale elektriciteit wordt opgewekt
"In de jaren tachtig liepen de emoties hoog op in de discussie over kernenergie."

Voorbeeldzinnen

  1. Kernenergie
  2. Waarvan: kernenergie
  3. waarvan: kernenergie
  4. Gegevens over kernenergie
  5. Dit omvat niet kernenergie.
  6. Door kernenergie aangedreven
  7. Jaarstatistieken over kernenergie
  8. Elektriciteit, verwarming, zonne- en kernenergie
  9. Sofico Studiecentrum voor Kernenergie T
  10. Onderzoekscentrum voor kernenergie van Yongbyon
  11. Beschermende kleding voor kernenergie en straling
  12. (behalve de productie van elektriciteit met kernenergie)
  13. onderzoek, commerciële kernenergie, andere activiteit (te specificeren):
  14. Totale elektriciteitsopwekking per brandstoftype (olie, gas, kolen, hernieuwbaar, kernenergie, overige)
  15. Inclusief de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen en kernenergie (bron: energiebalans).