Betekenis van:
keuken

keuken (de ~ | meervoud keukens)
Zelfstandig naamwoord
  • ruimte waar het eten bereid wordt; keuken
"de keuken is open van dan tot dan"
"een open keuken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

keuken
Zelfstandig naamwoord
  • een plaats waar gekookt wordt, ruimte waarin mensen hun voedsel bereiden
"De keuken in mijn huis is vrij groot."
keuken
Zelfstandig naamwoord
  • de wijze waarop in een land of streek gekookt wordt
"De Indische keuken is lekker en gezond."
keuken (de ~ | meervoud keukens)
Zelfstandig naamwoord
  • stuk v.d. keukeninrichting
"sparen voor een nieuwe keuken"

Synoniemen

Hyperoniemen

keuken (de ~ | meervoud keukens)
Zelfstandig naamwoord
  • de kunst van gerechten te bereiden
"de [Franse/Chinese/Vlaamse] keuken"
"een vette keuken, een mager testament"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij is in de keuken.
  2. Werkt ze in de keuken?
  3. Ik hou echt van de Franse keuken.
  4. Hij hoorde een geluid uit de keuken.
  5. Ik heb mijn moeder de keuken helpen kuisen.
  6. Toen ze de keuken binnenliep, was er niemand.
  7. Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.
  8. Ze liep naar de keuken om te kijken wie er was, maar er was niemand.
  9. Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
  10. keuken- en tafelgerei
  11. Verbouwing van keuken of restaurant
  12. biologisch afbreekbaar keuken- en kantineafval
  13. Keuken- en tafelgerei van kunststof
  14. CPA 10.84.30: Keuken- en tafelzout
  15. Keuken- en tafelgerei van porselein