Betekenis van:
kin

kin (de ~ | meervoud kinnen)
Zelfstandig naamwoord
  • onderste deel v.h. gezicht; onderkaak
"iemand onder de kin strijken"
"een kuiltje in je kin"

Synoniemen

Hyperoniemen

kin
Zelfstandig naamwoord
  • het vooruitstekende deel van de onderkaak

Voorbeeldzinnen

  1. Het hoofd, van kin tot kruin, beslaat tussen 70 en 80 % van de verticale afmeting van de foto.
  2. Bij schrijven van 4 maart 2009 heeft de directeur-generaal voor burgerluchtvaart van de Democratische Republiek Congo de Commissie meegedeeld dat bepaalde in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1131/2008 van de Commissie opgenomen luchtvaartmaatschappijen niet meer actief zijn en dat de volgende maatschappijen een AOC hebben gekregen: Air Katanga, Busy Bee Congo, Entreprise World Airways (EWA), Gilembe Air Soutenance (Gisair), Kin Avia, Swala Aviation.