Betekenis van:
kist
kist (de ~ | meervoud kisten)
Zelfstandig naamwoord
- grote houten doos
"een kistje sigaren"
"in je kist(je) liggen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
kist
Zelfstandig naamwoord
- vrij grote stevige rechthoekige doos voor opslag of vervoer van losse goederen
kist
Zelfstandig naamwoord
- als 1: datgene waarin iemand ter aarde besteld wordt
kist
Zelfstandig naamwoord
- ''vliegjargon'' vliegtuig
kist
Zelfstandig naamwoord
- grove schoen, legerlaars, "legerkist"
kist (de ~ | meervoud kisten)
Zelfstandig naamwoord
- vervoermiddel dat zich door de lucht voortbeweegt
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De kist werd in de lijkwagen geladen.
- Kist (coffin)
- Kist (chest)
- Kist (footlocker)
- Kist (coffin)
- Kist (chest)
- Kist (chest) CH
- Kist (coffin) CJ
- De maatregel zou in werkelijkheid hebben bestaan uit de toekenning van kortingen aan de koper, die door de Franse autoriteiten per verkochte kist appelen zouden zijn betaald.
- diepvriezer waarvan de ruimte(n) vanaf de bovenkant van het apparaat toegankelijk is/zijn of die zowel ruimten van het kist- als van het kasttype heeft, maar waarvan de bruto-inhoud van het eerstgenoemde type meer dan 75 % van de totale bruto-inhoud van het apparaat uitmaakt; s)