Betekenis van:
klapperen

klapperen
Werkwoord
  • snel en luidruchtig tussen twee standen heen en weer wentelen
"De vleugels van de opvliegende duif klapperden luid en hij schrok daar een beetje van."

Voorbeeldzinnen

  1. Tijdens het testen van de afvoercapaciteit van elke klep mag deze niet klapperen of een andere abnormale bedrijfstoestand vertonen.