Betekenis van:
kleinzielig
kleinzielig
Bijvoeglijk naamwoord
- bekrompen in uitingen en opvattingen of daarvan getuigend
"Ik vind je maar een kleinzielig ventje..."
kleinzielig
Bijvoeglijk naamwoord
- van karakter; kinderachtig; kleinzielig
"kleinzielig gedoe"
"kleinzielig doen/reageren"
Synoniemen
Hyperoniemen
kleinzielig
Bijvoeglijk naamwoord
- (als) in een kleine stad; kleingeestig; bekrompen; kinderachtig; bekrompen
"kleinzielig gedoe"
"kleinzielig doen/reageren"