Betekenis van:
klep
klep
Zelfstandig naamwoord
- verstelbare afsluiting
"Hij klapte de klep van de piano open en slaat wat tonen aan."
klep (de ~ | meervoud kleppen)
Zelfstandig naamwoord
- deksel die vastzit
"een motor met [16] kleppen"
"onder de klep kijken"
Hyperoniemen
klep (de ~ | meervoud kleppen)
Zelfstandig naamwoord
- kletser
"een oude klep"
Synoniemen
- kletskous
- babbelaarster
- babbelkous
- kakel
- klepzeiker
- klessebes
- klets
- ouwehoer
- kletskont
- kletskop
- kletsmajoor
- kletsmeier
- kletstante
- leuteraar
- leuterkous
- lulmeier
- rebbel
- teut
- teutebel
- theetante
- wafel
- wauwelaar
- ratel
- babbelaar
- kwebbel
- kwek
Hyperoniemen
klep (de ~ | meervoud kleppen)
Zelfstandig naamwoord
- vooruitstekend gedeelte aan een hoofddeksel om de ogen te beschermen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- HANDBEDIENDE KLEP
- Handbediende klep,
- Klep motorkap
- Handbediende klep:
- gecombineerde klep;
- elektromagnetische klep
- Automatische klep
- handbediende klep,
- Klep kofferbak
- AUTOMATISCHE KLEP
- Handbediende klep
- automatische klep,
- V2, V3 Elektromagnetische klep
- Klep en filter
- Automatische klep(pen):