Betekenis van:
klinker

klinker (de ~ | meervoud klinkers)
Zelfstandig naamwoord
  • klank waarbij de stembanden trillen; klinker
"een heldere/doffe klinker"
"klinkers en medeklinkers"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

klinker (de ~ | meervoud klinkers)
Zelfstandig naamwoord
  • straatsteen
"op de klinkers"
"klinkers lichten"

Synoniemen

Hyperoniemen

klinker
Zelfstandig naamwoord
  • een klank van de menselijke spraak waarbij geen obstructie in de ademstroom aangebracht wordt
"Het Nederlands kent ongeveer zestien klinkers die als foneem fungeren."
klinker
Zelfstandig naamwoord
  • een letter of teken dat een dergelijke spraakklank voorstelt
"De meest voorkomende klinker in het Nederlands is de e."
klinker
Zelfstandig naamwoord
  • een harde baksteen die door zijn structuur geen water opzuigt
"De klinkers werden door de stratenmaker zorgvuldig in het zandbed gelegd."