Betekenis van:
kluif

kluif (de ~ | meervoud kluiven)
Zelfstandig naamwoord
  • bot met vlees
"ergens een hele kluif aan hebben"
"een hele kluif"

Hyperoniemen

kluif
Zelfstandig naamwoord
  • elk van beide lichaamsdelen aan de uiteinden van de armen, geschikt om te grijpen en vast te houden
"in zijn kluiven grijpen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

kluif
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat veel werk of moeite kost

Hyperoniemen

Hyponiemen

kluif
Zelfstandig naamwoord
  • plezierig werk

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord