Betekenis van:
kluister

kluister
Zelfstandig naamwoord
  • keten bedoeld voor het boeien van de voeten
"De woedende man bleef zelfs met handboeien nog onhandelbaar zodat de kluisters voor de dag gehaald werden."
kluister (de ~ | meervoud kluisters)
Zelfstandig naamwoord
  • elk van de beide beugels of klemmen waarmee voeten of polsen van gevangenen aan elkaar geklonken worden
"iemand in de kluisters slaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord