Betekenis van:
kluit
kluit
Zelfstandig naamwoord
- de aarde om een wortelstelsel van een plant
kluit
Zelfstandig naamwoord
- een brokkelige onsamenhangende massa
Voorbeeldzinnen
- geënt, met kluit
- niet geënt, met kluit
- andere dan met naakte wortels, met kluit
- Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, met kluit:
- Deze norm is niet van toepassing op voor industriële verwerking bestemde producten en op als losse bladeren gepresenteerde producten, noch op sla met kluit en op slaplanten in potten.