Betekenis van:
klus
klus
Zelfstandig naamwoord
- een stuk werk, gewoonlijk met hand en met gereedschap
"De timmerman had die klus snel geklaard."
klus (de ~ | meervoud klussen)
Zelfstandig naamwoord
- stuk werk; karwei
"geen gemakkelijke klus"
"een lastige klus"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Hij zal morgen klaar zijn met de klus.
- Deze verplichte vervanging zal zeker een hele klus worden voor de onderneming.