Betekenis van:
knaap
knaap
Zelfstandig naamwoord
- jongen, jongeman
"Die knapen gedroegen zich weer eens als belhamels."
knaap
Zelfstandig naamwoord
- iets dat groot in zijn soort is
"Hij had een knaap van een snoek aan de haak."
knaap (de ~ | meervoud knapen)
Zelfstandig naamwoord
- kind of jeugdige man; jongen; (informeel) man; jongen; kind van het mannelijk geslacht; jongen; jongeman; jongen
"een stoere knaap"
"een opgeschoten knaap"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
knaap
Zelfstandig naamwoord
- volwassen mens van het mannelijk geslacht