Betekenis van:
knal
knal (de ~ | meervoud knallen)
Zelfstandig naamwoord
- plotseling, kort en hard geluid
"met een knal"
"een harde/luide knal"
Hyperoniemen
knal
Zelfstandig naamwoord
- een kort, hard en luid geluid als van een ontploffing
"We hoorden een knal en zagen een rookpluim."
knal
Bijvoeglijk naamwoord
- met bijzondere kwaliteiten, bijzonder goed
Synoniemen
- crimineel
- denderend
- dolletjes
- eindeloos
- fabuleus
- fenomenaal
- formidabel
- jofel
- loeigoed
- luizig
- mieters
- puntgaaf
- reusachtig
- reuze
- reuze-
- subliem
- super
- super-de-luxe
- supersonisch
- uniek
- wreed
- zeldzaam
- wijs
- ruig
- fabelachtig
- fameus
- moorddadig
- onwijs
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Het ontplofte met een luide knal.