Betekenis van:
knappen

knappen
Werkwoord
  • hoorbaar zijdelings bezwijken
"De stok was klem komen zitten en in tweeën geknapt."
knappen
Werkwoord
  • knappend geluid maken; barsten
"een kabel knapt"
"de waterleidingsbuis knapt"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik had een rare droom terwijl ik een uiltje aan het knappen was.