Betekenis van:
knielen
knielen
Werkwoord
- op de knieën gaan
"voor het altaar knielen"
"voor de koningin knielen"
Hyperoniemen
knielen
Werkwoord
- op de knieën gaan
"Zij knielden tijdens de communie."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- knielen/kruipen/hurken