Betekenis van:
knikken

knikken
Werkwoord
  • het hoofd bewegen
"goedendag knikken"
"bevestigend/goedkeurend knikken"

Hyperoniemen

knikken
Werkwoord
  • een verticale beweging met het hoofd maken
"Hij knikte een snelle groet in het voorbijgaan."
knikken
Werkwoord
  • met een knak breken, zonder de delen te scheiden
"de bloemen knikken"
"een antenne knikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

knik (de ~ | meervoud knikken)
Zelfstandig naamwoord
  • scherpe buiging door breuk; scherpe buiging door breuk
"een knik in [de staart van de poes]"
"een knik in de weg"

Synoniemen

Hyperoniemen

knik (de ~ | meervoud knikken)
Zelfstandig naamwoord
  • voorwaarts gebaar met je hoofd
"een knikje geven"
"een instemmend/goedkeurend knikje"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het spoor moet worden ontworpen voor een zo gering mogelijke waarschijnlijkheid van knikken wegens thermische langskrachten ontstaan door temperatuurveranderingen in de spoorstaaf, rekening houdende met:
  2. Het totale en relatieve (ten opzichte van het aantal afgelegde treinkilometers) aantal gevallen van gebroken rails, knikken in het spoor en foutieve seingevingen.