Betekenis van:
knipogen

knipogen
Werkwoord
  • seinen met. één oog
"naar de meisjes knipogen"
"hij knipoogde kort naar ons toen hij het kind dat verhaaltje aan het vertellen was"

Hyperoniemen

Hyponiemen

knipoog (de ~ | meervoud knipogen)
Zelfstandig naamwoord
  • het kort één oog dichtdoen
"een knipoog(je) geven"
"een knipoog(je) krijgen"

Hyperoniemen