Betekenis van:
knoflook
knoflook (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
- wit knolletje gebruikt als keukenkruid
"stinken naar knoflook"
"een teentje knoflook"
Hyperoniemen
Hyponiemen
knoflook
Zelfstandig naamwoord
- een bolgewas dat familie is van ui en bieslook
Voorbeeldzinnen
- Knoflook
- Knoflook, vers of gekoeld
- Allium sativum, knoflook, gejodeerd
- Allium sativum, knoflook, extract, gejodeerd
- Veld: aardbeien, kool, wortelen, sla, uien, knoflook.
- Negen subgroepen: Champignons, Mandarijnen, Ananas, Sinaasappelsap, Appelsap, Tomaten, Knoflook, Druivensap.
- Wat mancozeb (dithiocarbamaten) betreft, is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op knoflook.
- Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld
- betreffende de opening en de wijze van beheer van een autonoom tariefcontingent voor knoflook
- Omvat: olijven, knoflook, peulvruchten, suikermaïs; zeevenkel en andere eetbare zeewieren; champignons en andere eetbare paddenstoelen.
- Allium Sativum Extract is een extract van de knollen van de knoflook, Allium sativum, Liliaceae
- zij in ten minste twee van de drie voorgaande afgesloten invoerseizoenen knoflook in de Gemeenschap hebben ingevoerd;
- betreffende de opening en de wijze van beheer van een autonoom tariefcontingent voor knoflook met ingang van 1 januari 2005
- betreffende de opening en de wijze van beheer van een autonoom tariefcontingent voor knoflook met ingang van 1 april 2006
- betreffende de opening en de wijze van beheer van een autonoom tariefcontingent voor knoflook met ingang van 1 september 2004