Betekenis van:
knokken
knokken
Werkwoord
- ''(figuurlijk)'' vechten
"Je moet knokken voor je toekomst."
knokken
Werkwoord
- vechten
"Die hooligans knokken veel te veel."
knokken
Werkwoord
- met lichamelijk geweld of met wapens tegen iem. tekeergaan
"in dat café werd er haast elke avond geknokt"
"dat wordt knokken"