Betekenis van:
knus

knus
Bijvoeglijk naamwoord
  • aangenaam van gezelschap en enigszins intiem
"We hebben een avond in het knuste restaurantje van de stad doorgebracht."
knus
Bijvoeglijk naamwoord
  • aangenaam voor het verblijf
"een knus huisje/kamertje"
"een knusse sfeer/inrichting"

Synoniemen

Hyperoniemen