Betekenis van:
knutselen
knutselen
Werkwoord
- met weinig hulpmiddelen construeren
"Zij moest erg knutselen om dat kleine stukje hout op de goede plaats te krijgen."
knutselen
Werkwoord
- ''(onovergankelijk)'' zelf voorwerpen uit liefhebberij vervaardigen met gebruik van gereedschap als hamer, zaag en schaaf
"Hij knutselde graag in zijn vrije tijd."