Betekenis van:
koel
koel
Bijvoeglijk naamwoord
- met een naar verhouding lagere temperatuur dan de warme of hete omgeving
"Zet het in de kelder, dan blijft het wel koel."
koel
Bijvoeglijk naamwoord
- niet hartelijk; koel; niet hartelijk; afstandelijk
"een koele ontvangst"
"op koele toon"
Synoniemen
koel
Bijvoeglijk naamwoord
- verstandig, zakelijk
"een koele kikker"
"in koelen bloede iemand vermoorden"
Synoniemen
koel
Bijvoeglijk naamwoord
- zich niet in de praktijk voordoend
Synoniemen
koel
Bijvoeglijk naamwoord
- mbt. de of een universiteit; universitair; mbt. wetenschap
Synoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Houd het hoofd koel.
- KOEL-VRIESKAST
- Koel-vriescombinaties
- Koel-vrieskast
- Koel- en diepvriesuitrusting
- Koel-vrieskasten, compressietype:
- Koel gematigd — Droog
- Koel gematigd — Nat
- Koel- en ventilatie-uitrusting
- KOEL-KELDERKAST, KELDERKAST EN WIJNBEWAARKAST
- Koel- of vriescellen voor lijkenhuis
- Installeren van koel- en vriesuitrusting
- Koelkasten, vrieskasten en koel-vriescombinaties
- Koel-kelderkast, kelderkast en wijnbewaarkasten
- STATIONAIRE KOEL-, KLIMAATREGELINGS- EN WARMTEPOMPAPPARATUUR