Betekenis van:
koepel

koepel
Zelfstandig naamwoord
  • een gewelf in de vorm van een halve bol of een halve ellipsoïde
"Het Pantheon van Rome is één van de oudste koepels."
koepel (de ~ | meervoud koepels)
Zelfstandig naamwoord
  • dak in de vorm van een halve bol
"een kerk met een koepel"

Hyperoniemen

koepel
Zelfstandig naamwoord
  • een ruimtelijke figuur, veelvlak
"Een vijfhoekige koepel is in de meetkunde een Johnson-lichaam."
koepel
Zelfstandig naamwoord
  • ''(in samenstellingen van woorden)'' een overkoepelend orgaan
"Volgens de koepelorganisatie van wooncorporaties ligt de oorzaak onder meer in de hoge prijs van de koopwoningen."
koepel (de ~ | meervoud koepels)
Zelfstandig naamwoord
  • tuinhuisje

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. WUH/Interadvies is een ING-bedrijfsonderdeel, onder de koepel van het onderdeel Nationale-Nederlanden Insurance.
  2. Krachtens bijzondere wetgeving kon WestLB tot de opsplitsing ervan in augustus 2002 in tegenstelling tot particuliere banken, maar op dezelfde wijze als andere publieke kredietinstellingen — hypotheekleningen en spaarbankdiensten aanbieden onder dezelfde organisatorische koepel als haar andere diensten.