Betekenis van:
koffie

koffie (de ~ | meervoud koffies)
Zelfstandig naamwoord
  • drank, bereid door gemalen koffiebonen met kokend water te begieten
"dat is geen zuivere koffie"
"sterke/slappe koffie"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

koffie
Zelfstandig naamwoord
  • koffiebonen

Synoniemen

Hyperoniemen

koffie
Zelfstandig naamwoord
  • heester waaraan koffiebonen groeien

Synoniemen

Hyperoniemen

koffie
Zelfstandig naamwoord
  • een warme drank die bereid wordt door heet water over gemalen gebrande koffiebonen te gieten
koffie
Zelfstandig naamwoord
  • gemalen gebrande koffiebonen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik heb liever koffie.
  2. Ga koffie halen.
  3. Wil je koffie?
  4. Drink je koffie?
  5. Koffie of thee?
  6. Italianen drinken vaak koffie.
  7. De koffie is koud.
  8. De koffie is bitter.
  9. Koffie geeft je energie!
  10. Ik drink geen koffie.
  11. Tom drinkt alleen koffie.
  12. Hoe wilt ge uw koffie?
  13. Willen jullie thee of koffie?
  14. Wilt ge een tas koffie?
  15. Drink je thee of koffie?