Betekenis van:
kolken

kolken
Werkwoord
  • met een draaiiende beweging stijgen of dalen
"Er was al een gat in de dijk gekolkt."
kolken
Werkwoord
  • ''overdrachtelijk'' emotioneel heftig in beweging zijn
"Ik kolkte innerlijk van woede maar wist me gelukkig te beheersen."
kolk (de ~ | meervoud kolken)
Zelfstandig naamwoord
  • ondiepe plas; poel

Synoniemen

Hyperoniemen

kolk (de ~ | meervoud kolken)
Zelfstandig naamwoord
  • trechtervormige ronddraaiende stroom in het water, die water en voorwerpen naar beneden zuigt
"een kolk slaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Diensten voor het reinigen van kolken
  2. Diensten voor het leeghalen van kolken
  3. Diensten voor het reinigen en leeghalen van kolken
  4. Ter staving van hun argument wezen zij erop dat in de definitieve verordening alleen een andere norm (EN 124), voor roosters en deksels voor putten en kolken, wordt vermeld en dat het oorspronkelijke onderzoek duidelijk alleen betrekking had op putdeksels.
  5. Daarom wordt bevestigd dat deze specifieke aanbiedingsvorm van een gietstuk dezelfde fysieke kenmerken en dezelfde chemische en technische eigenschappen heeft als roosters en deksels voor putten en kolken of straatpotten.
  6. Gietijzeren producten die voor bovengenoemd eindgebruik bestemd zijn, moeten voldoen aan de eisen van de normen EN 124 (Roosters en deksels voor putten en kolken) en EN 1433 (Roosters voor afwateringsgoten).
  7. Verder werd in de niet-vertrouwelijke versie van de oorspronkelijke klacht uitdrukkelijk gesteld dat het betrokken product gewoonlijk wordt aangeduid met zijn doel: roosters en deksels voor putten en kolken, roosters voor afwateringsgoten en straatpotten (zie punt 3.2).