Betekenis van:
komiek

komiek
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een publiek vermaakt door ze aan het lachen te brengen
"Hij is een uitstekende komiek."
komiek (de ~ | meervoud komieken)
Zelfstandig naamwoord
  • grappenmaker

Hyperoniemen

Hyponiemen

komiek (de ~ | meervoud komieken)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die grappen maakt of uithaalt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

komiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • lachlust opwekkend
"Dat veroorzaakte een uiterst komieke situatie."
komiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • vermakelijk door de grappen
"een komieke situatie/figuur"
"een komiek verhaal"

Synoniemen

Hyperoniemen