Betekenis van:
kooi
kooi (de ~ | meervoud kooien)
Zelfstandig naamwoord
- bed op een schip
"te kooi gaan"
Hyperoniemen
kooi
Zelfstandig naamwoord
- een uit tralies of gaas gemaakt voorwerp dat een ruimte omsluit
"De Kooi van Faraday."
kooi
Zelfstandig naamwoord
- ~ voor dieren
"Hamsters worden meestal in een kooi gehouden."
kooi
Zelfstandig naamwoord
- slaapplaats van boord van een schip
"De andere matrozen lagen al in hun kooi."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Er zijn leeuwen in de kooi.
- De tijger lag in het midden van de kooi.
- Kooi
- Kooi, rol
- Kooi CG
- Nr. kooi …
- BESCHR. KOOI
- Beschrijving van de kooi
- Kooi van Faraday
- Kooi, rol CW
- Kort verblijf (< 24 uur) in metabole kooi;
- Kooi, (CHEP) Commonwealth Handling Equipment Pool
- Aangegeven in de kooi/en aanwezige soorten
- Kooi, (CHEP) Commonwealth Handling Equipment Pool DG
- wordt voorkomen dat de gebruiker uit de kooi valt;