Betekenis van:
koppel
koppel (het ~ | meervoud koppels)
Zelfstandig naamwoord
- groep van twee; stelletje
"verliefde/ongehuwde/homofiele koppels"
"een mooi koppel"
Synoniemen
Hyperoniemen
koppel (de ~ | meervoud koppels)
Zelfstandig naamwoord
- riem voor wapens
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Niets lijkt me tederder dan een oud koppel dat hand in hand door de straat wandelt.
- Koppel [%]
- KOPPEL
- Koppel
- Werkelijk koppel=% koppel × max. koppel
- % koppel 82
- Genormaliseerd koppel
- Werkelijk koppel
- % koppel = 82 %
- Norm. koppel
- Genormaliseerd koppel
- Koppel: ± 1 % van het gemeten koppel.
- Koppel: ± 1 % van het gemeten koppel.
- Koppel en/of vermogen
- + 25 % koppel beschikbaar