Betekenis van:
kopstuk
kopstuk (het ~ | meervoud kopstukken)
Zelfstandig naamwoord
- koppig iemand; stijfkop; dom of koppig iemand; koppig persoon
Synoniemen
Hyperoniemen
kopstuk (het ~ | meervoud kopstukken)
Zelfstandig naamwoord
- bovenste stuk van een samengesteld voorwerp
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Shell, binnen de groep van bitumenleveranciers, en KWS, binnen de groep van bitumenafnemers, dragen een bijzondere verantwoordelijkheid voor hun rol als aanstichter en kopstuk van het kartel.
- Voorts is de Commissie van oordeel dat er geen duidelijk kopstuk kan worden geïdentificeerd voor de inbreuk die de markt voor geëxtrudeerd speciaal grafiet trof.