Betekenis van:
korst
korst
Zelfstandig naamwoord
- een harde buitenste laag om iets dat verder relatief zacht is
"Kinderen willen vaak de korst van hun brood niet opeten."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Korst
- geheel, met niet-eetbare korst
- korst rood, desgewenst bedekt met kaascoating
- korst wit-geel, desgewenst bedekt met kaascoating
- De daaruit ontstane laag vormt een deel van de korst;
- Hij heeft een natuurlijke, gladde, homogene korst waarvan de kleur varieert van lichtgrijs tot beige-oranje.
- zweer bedekt met een zwarte korst (eschara) met daaromheen oedemateuze zwelling.
- De korst ontstaat door de kaas met pekel, waaraan eventueel melkzuurbacteriën zijn toegevoegd, in te wrijven.
- Hij heeft een fijne, ivoorkleurige of natuurlijk strogele korst die soms met een speciale beschermlaag is bedekt.
- Monsters van levensmiddelen worden zodanig genomen dat zij oppervlakken omvatten die het gedeelte dat normaliter geconsumeerd zou worden, weerspiegelen (zoals 20 % korst/oppervlak en 80 % kaasmassa).
- Het gebruik van zoutzuur voor de productie van deze speciale kazen met harde korst dient evenwel vóór 31 december 2010 opnieuw te worden bezien.
- Niet geperste, kegelvormige, witte geitenkaas met een dunne korst, met een hoogte van 6 cm, een gemiddeld gewicht van 120 g en een vetgehalte van 45 %.
- Zachte kaas van koemelk met een gewassen oranjerode korst, in een vierkante vorm met zijden van 12,5 tot 13 cm, maar ook in drie kleinere formaten (Sorbais, Mignon en Quart); ten minste 45 % vet.
- Bij de bereiding van bepaalde kazen met harde korst (Gouda, Edam, Maasdammer kaas, Boerenkaas, Friese en Leidse Nagelkaas) blijkt zoutzuur noodzakelijk te zijn als technisch hulpmiddel om de pH van het pekelbad te regelen zonder bijsmaken te veroorzaken.
- „oppervlakte-gerijpte kaas” kaas waarvan de korst tijdens of na de rijping wordt behandeld met of op natuurlijke wijze wordt gekoloniseerd door gewenste cultures van micro-organismen, zoals bijvoorbeeld Penicillium candidum of Brevibacterium linens.