Betekenis van:
kosteloos
Voorbeeldzinnen
- Deze raadpleging is kosteloos.
- Deze raadpleging is kosteloos.
- De procedure is kosteloos.
- Beleggers kunnen kosteloos klachten indienen.
- Door het Comité pediatrie worden kosteloos beoordeeld:
- De betrokkenen oefenen hun rechten kosteloos uit.
- Deze personen mogen deze rechten kosteloos uitoefenen.
- Het klanten- en opdrachtenbestand werden kosteloos overgedragen.
- KOSTELOOS EN KORTSTONDIG GEDETACHEERDE NATIONALE DESKUNDIGEN
- De vergunning voor klein grensverkeer kan kosteloos worden afgegeven.
- Advies krachtens dit artikel wordt kosteloos door het bureau gegeven.
- Garanties voor leningen, recht op kosteloos gebruik van vismijn
- Het Bureau stelt kosteloos de volgende formulieren ter beschikking:
- De „algemene maatregelen” zijn kosteloos voor de landbouwers.
- De terugbetaling dient normaal gesproken kosteloos te zijn.