Betekenis van:
kraak
kraak (de ~ | meervoud kraken)
Zelfstandig naamwoord
- ongeoorloofd een pand betreden; inbraak; onbebouwd
"daar zit kraak noch smaak aan!"
"een kraak zetten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
kraak
Zelfstandig naamwoord
- een zeemonster, waarschijnlijk de inmiddels goed gedocumenteerde reuzenpijlinktvis, dat ondanks herhaalde waarnemingen door zeelui, door wetenschap en gemeenschap als mythisch werd afgedaan
kraak
Zelfstandig naamwoord
- ''Octopus vulgaris'', een inktvis zonder inwendig skelet
kraak
Zelfstandig naamwoord
- zich onbevoegd toegang verschaffen tot iets
kraak
Zelfstandig naamwoord
- historisch, zeegaand zeilschip, ontwikkeld in de tweede helft van de 15e eeuw, dat veel gemeen heeft met de karveel waaruit hij is ontwikkeld
kraak
Zelfstandig naamwoord
- historisch, houten zeilschip uit de 15e-16e eeuw van de binnenwateren
kraak
Zelfstandig naamwoord
- historisch, ijzeren schip uit de 19e eeuw van de binnenwateren
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Residuen (aardolie), katalytische kraak-; stookolie
- [Een complexe verzameling koolwaterstoffen, gevormd door thermische kraak- en absorptieprocessen en door destillatie van ruwe olie.
- (Een complexe verzameling koolwaterstoffen, gevormd door thermische kraak- en absorptieprocessen en door destillatie van ruwe olie.
- (Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen door de fractionering van producten uit katalytische kraak-, katalytische reformering- en waterstofontzwavelingsprocessen en behandeld om zure onzuiverheden te verwijderen.
- (Een complexe verzameling koolwaterstoffen, verkregen door de fractionering van producten uit katalytische kraak-, katalytische reformerings- en waterstofontzwavelingsprocessen en behandeld om zure onzuiverheden te verwijderen.
- Productie van roet waarbij organische stoffen zoals olie, teer en kraak- en destillatieresiduen worden verkoold, waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW worden gebruikt.