Betekenis van:
krakelen

krakelen
Werkwoord
  • harrewarren; ruzie maken; kibbelen; kibbelen; kiften
"krakelen om [kleinigheden]"

Synoniemen

Hyperoniemen

krakeel (het ~ | meervoud krakelen)
Zelfstandig naamwoord
  • ruzie
"een luid krakeel"
"huiselijk krakeel"

Hyperoniemen