Betekenis van:
krant
krant
Zelfstandig naamwoord
- de onderneming die een nieuwsblad uitgeeft
"De krant geeft zijn fout toe en biedt zijn excuses aan in de volgende editie."
Hyperoniemen
Hyponiemen
krant
Zelfstandig naamwoord
- klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws
Voorbeeldzinnen
- Waar is de krant?
- Welke krant nemen jullie?
- Welke krant lees jij?
- De jongen heeft een krant.
- Welke krant lees je meestal?
- Ik ben de krant aan het lezen.
- Mag ik uw krant even zien?
- Er staat niets interessants in de krant.
- Iedere morgen leest hij de krant.
- Ze leest elke morgen de krant.
- Heb je 's ochtends tijd om de krant te lezen?
- Hij was een krant ondersteboven aan het lezen.
- Ik heb de krant van vandaag nog niet gelezen.
- Ik las in de krant dat hij vermoord werd.
- Voor je het doorhebt, sta je in de krant.